Mijn verlanglijstje

Als Sinterklaas uit Spanje gaat vertrekken met de boot.
Zijn alle kinderen al druk met hun verlanglijst.
Bekijken samen alle boeken, folders: stapels op hun schoot.
En zetten stippen bij cadeaus die mama aanprijst.

O, sinter-, sinterklaas, denk toch aan mij.
O, pieter-, pieterbaas, denk toch aan mij.
O, sinter-, sinterklaas, denk toch aan mij.
O, pieter-, pieterbaas, denk toch aan mij.

Als zwartepiet de lijstjes overhandigt aan de sint.
Zegt sint: "'t Is nodig dat ik alles even inkijk."
Hij leest van: dít wil ik en dát wil ik, maar niet van hij en zij.
En ook de prijzen zijn niet klein, maar heel omvangrijk.

O, sinter-, sinterklaas, denk toch aan mij.
O, pieter-, pieterbaas, denk toch aan mij.
O, sinter-, sinterklaas, denk toch aan mij.
O, pieter-, pieterbaas, denk toch aan mij.

Als sint en piet de kind'ren gaan verwennen in de nacht.
Dan krijgen hij en zij als eersten een presentje.
"En nu is ikke aan de beurt," zegt zwartepiet, terwijl hij lacht.
En wordt het feest voor ieder meisje, ieder ventje!

O, sinter-, sinterklaas, denk toch aan ons.
O, pieter-, pieterbaas, denk toch aan ons.
O, sinter-, sinterklaas, kom toch bij ons.
O, pieter-, pieterbaas, kom toch bij ons.